Bazarow Magazine 6 - 2020
Loading...

Ans Vroom

Voorpublicatie

Moederziel

Lezersactie: Win een boek!

Over de auteur

Ans Vroom (1979) studeerde taal- en letterkunde aan de Universiteit Antwerpen. Ze startte haar carrière als dramaturg in het theater en werkt al jaren als freelance journalist voor verschillende magazines. Moederziel is haar debuutroman.


Ans Vroom. Foto door Koen Broos. 

Samenvatting

Wanneer de twaalfjarige Marie in de winter van 1969 haar moeder verliest, beseft ze niet hoe groot de impact van het gemis op de rest van haar bestaan zal zijn. De dood van Louisa zet een reeks gebeurtenissen in gang en het verdriet van Marie beïnvloedt vanaf dan elke keuze die ze maakt. Tot ze op een dag wakker wordt in een leven dat het hare niet is. Onbewust geeft Marie de pijn door aan haar dochter Elise, die vijftig jaar later beslist de noodlottige cirkel van haar familie te doorbreken.

Moederziel is een roman over moeders en dochters, en hun wankele zoektocht naar evenwicht en geluk. Want ieder kind draagt de tragiek van vorige generaties met zich mee, hoe hard we met z’n allen ook proberen eraan te ontsnappen.

Bazarow Magazine publiceert als introductie op Moederziel de eerste hoofdstukken van dit boek. 

Hoofdstuk 1

Wanneer de dokters haar vertellen dat de tumor uitgezaaid is en dat ze de lente niet meer zal halen, weet Louisa meteen wie van haar zeven kinderen het ergste trauma zullen overhouden aan haar dood. Alice, haar oudste dochter, is gelukkig getrouwd en het huis al uit. Anneke, de jongste, is van nature optimistisch en gaat zorgeloos door het leven. Ze zal verdrietig zijn, natuurlijk, maar ze is niet het type kind dat overweldigd raakt door emoties. En de jongens zijn ondertussen adolescenten en hebben elkaar. Maar haar twee middelste dochters zijn van alle kinderen het gevoeligst. Marie, net twaalf geworden, is altijd een moederskindje geweest. Ze zal kapot zijn van verdriet. En Vera is een opstandige puber die zich veel sterker voordoet dan ze eigenlijk is. Ze kan extreem euforisch zijn, maar als ze verdriet heeft is ze ontroostbaar. Louisa’s moederhart bloedt bij het idee haar twee meest fragiele dochters te moeten achterlaten bij een gebroken vader en een bende dolgedraaide tieners. Haar enige troost is dat hun grootmoeder Gabriëlle nog leeft.

Gabriëlle is een sterke vrouw. Ze heeft drie kinderen gebaard en is al twee van hen verloren. Louisa zal haar derde dode kind worden. Ze weet dat haar moeder ondertussen een overlevingsmechanisme ontwikkeld heeft. Gabriëlle is perfect in staat om haar trauma’s opzij te schuiven en haar verdriet om te zetten in een praktische dadendrang. Ze zal het huishouden overnemen, zo snel mogelijk tot de orde van de dag overgaan, en ze zal de kinderen als gekwetste kuikens onder haar vleugels laten schuilen. Vera zal misschien te koppig zijn om zich te laten troosten, maar Marieke zal ongetwijfeld op zoek gaan naar geborgenheid in de armen van haar grootmoeder.

Louisa sluit de deur van de onderzoekskamer achter zich en loopt langzaam de kille, steriele ziekenhuisgang door. Ze is alleen gekomen vandaag. Eduard heeft aangeboden om haar te vergezellen, maar ze heeft zijn voorstel afgewimpeld. Ze weet dat hij het druk heeft op zijn werk, en wat de uitslag ook zou zijn, ze beseft dat ze het alleen zou moeten verwerken. Ze heeft nooit de behoefte gevoeld anderen lastig te vallen met haar problemen, en ook nu zal ze de rest van haar ziekte in stilte dragen. Het verdriet dat haar tijdens de wandeling naar de uitgang van het ziekenhuis overspoelt is voor haar kinderen, niet voor zichzelf.

Het was nooit haar bedoeling geweest om zoveel kinderen te krijgen. Eigenlijk had ze willen studeren. Ze houdt van literatuur en heeft altijd een talent gehad voor taal. Maar in de aanloop naar haar huwelijk met Eduard had ze, samen met enkele andere verloofde koppels, een voorbereidende cursus moeten volgen bij de pastoor in het dorp. Die had hun verteld dat het de plicht van de vrouw was om haar man te
gehoorzamen, en dat ze hem nooit mocht afwijzen wanneer hij toenadering zocht in het huwelijksbed. Godsvruchtig als ze was had Louisa die opdracht heel ernstig genomen, en jaar na jaar een kind op de wereld gezet, met als gevolg dat haar
uitgeputte lichaam nu te zwak is om te vechten tegen de kanker die het overwoekert.

Ze wandelt de draaideur door en ademt de kille herfstlucht in. Als de dokters gelijk hebben zal ze de bladeren van de bomen die nu voor haar voeten vallen nooit nog in een andere tint dan roestbruin aanschouwen. De dagen die haar nog resten zullen voornamelijk grijsgekleurd zijn, de warmte van de zon op haar blote huid zal ze nooit meer voelen. Op de bus kijkt ze uit het raam en ziet ze schoolkinderen naar huis fietsen in de regen. Ze hebben ongeveer dezelfde leeftijd als haar jongste dochters. Louisa weet niet hoe ze hun vanavond moet vertellen dat hun mama aan het doodgaan is. En dus besluit ze om het niet te doen.

Ze zal straks thuiskomen en zoals elke dag het eten klaarmaken. Ze zal de kinderen vragen hoe het op school is geweest, hun brooddoos uitspoelen en hun huiswerk nakijken. En pas wanneer ze allemaal naar bed zijn zal ze Eduard apart nemen en hem vertellen wat de dokters haar vandaag hebben gezegd. Alleen aan hem zal ze haar angst en haar verdriet laten zien. En daarna zal ze hem troosten en vragen om niks aan de kinderen te vertellen. Ze zal hem uitleggen wat ze in de dokterspraktijk instinctief aanvoelde. Maar wat ze onmogelijk kan inschatten is hoe groot de impact van haar vroegtijdige dood zal zijn.

Moederziel

Ans Vroom

€22,50

Hoofdstuk 2

Gabriëlle moet haar best doen om te glimlachen wanneer ze het tuinhek achter zich dichttrekt en nog één keer naar haar kleindochters zwaait. Anneke en Marie zitten zoals elke avond achter het raam en blijven haar nastaren tot ze de hoek omdraait. Sinds de dood van haar dochter gaat Gabriëlle elke dag langs bij haar schoonzoon om het huishouden te doen. Telkens wanneer ze vertrekt krijgt ze het gevoel dat iemand haar strot dichtknijpt. Maar ze roept ‘Tot morgen!’ en blijft naar de meisjes lachen tot ze uit het zicht verdwenen zijn. Ze hebben haar nooit één traan zien laten. Zelfs op de begrafenis heeft ze zich sterk gehouden. Tijdens de laatste, slopende weken van het leven van haar dochter heeft ze elke dag naast haar bed gezeten. Maar nooit hebben ze over de dood gesproken. Er waren immers belangrijker zaken aan de orde. Een huishouden met zeven kinderen runt zichzelf niet.

En zodra Louisa vertrokken was heeft Gabriëlle haar tijd verdeeld over haar eigen dagtaken en die van haar dode dochter. Ze staat extra vroeg op om boodschappen te doen en te poetsen zodat ze rond de middag aan de tweede shift bij Eduard en de kinderen kan beginnen. Vandaag is het zaterdag, dus is ze zoals elke week met de meisjes naar de markt gegaan. Het was de eerste keer sinds de dood van hun moeder dat ze Marieke weer heeft zien lachen. Het wordt stilaan lente en ze hebben zaadjes gekocht om te planten in de tuin, margrieten, reukerwtjes en vergeet-mij-nietjes. Na het middageten zijn ze naar buiten gegaan en hebben ze een open plek in de zon gezocht om de zaadjes te planten. Ze hebben takken in de grond geduwd op de plek waar de reukerwtjes zullen groeien zodat de jonge plantjes omhoog kunnen klimmen. De rest van de middag zijn ze in de tuin gebleven, Anneke bij haar konijnen en Vera ravottend met de jongens op het gras. Marie is bij haar grootmoeder aan de houten tuintafel blijven zitten en heeft haar geholpen met het snijden van de groenten voor de soep. Ze is stil, maar toch lijkt het alsof de lentezon een positieve invloed heeft op haar humeur. Af en toe stopt ze even met wortelen schillen om haar hoofd op Gabriëlles schouder te leggen.

Eduard loopt af en aan met kruiwagens vol takken en bladeren van de bomen die hij aan het snoeien is. Hij draagt een vuile overall en rubberen regenlaarzen en ploetert door de diepe modder achteraan in de tuin, waar de zonnestralen door de dichte bladeren nooit de grond bereiken. Hij kijkt niet op en werkt onvermoeibaar voort tot aan het avondeten. Gabriëlle weet dat het niet lang zal duren voor hij een nieuwe vrouw mee naar huis zal brengen. ‘Mannen kunnen niet alleen zijn’, heeft ze vorige week nog tegen de buurvrouw gezegd toen die informeerde hoe het met haar schoonzoon ging. Na de dood van Louisa heeft Eduard zich op zijn werk gestort. Hij is sindsdien amper thuis geweest. En als hij er is werkt hij in de tuin, zoals vandaag, met een verbeten blik op zijn gezicht zodat niemand hem durft aan te spreken. Gabriëlle mag er niet aan denken dat er binnenkort een onbekende vrouw de plaats zal innemen van haar dochter. Ze trekt Marieke nog wat dichter tegen zich aan en kust haar voorhoofd. ‘Kom mee naar binnen, ik zal je leren hoe je witte saus maakt voor bij de bloemkool.’ Het kind knikt gedwee en volgt haar grootmoeder de keuken in.

 

Hoofdstuk 3

Na de dood van Louisa zouden de feestdagen nooit meer hetzelfde zijn. Ze is thuis in bed gestorven in de week voor Kerstmis. Het was een woensdagochtend en Gabriëlle zal nooit het gezicht vergeten van Marie die na school trots kwam aanlopen om aan haar zieke moeder haar rapport te laten zien. De kinderen hebben nooit beseft dat hun moeder op sterven lag. En ook Louisa zelf heeft tot de laatste dagen voor haar dood nog plannen met hen gemaakt voor de feestdagen. Alleen Eduard wist dat zijn vrouw Nieuwjaar niet meer zou halen. En toch heeft hij erop aangedrongen dat ze de dag na de begrafenis zoals elk jaar samen Kerstmis zouden vieren. Het was geen vrolijk kerstfeest, maar ze zijn met het hele gezin naar de middernachtmis gegaan en hebben hun best gedaan om de sfeer luchtig te houden, al is dat niet bijster goed gelukt. En ook nu, een jaar later, is het nog steeds moeilijk om zorgeloos te genieten van de feestdagen, een periode die vroeger symbool stond voor zoveel warmte en plezier in huis, maar die nu overschaduwd wordt door een allesoverheersend gemis.

Gabriëlle is blij dat de kerstvakantie bijna achter de rug is. Vandaag zullen ze samen Nieuwjaar vieren en dan kan het leven weer zijn normale gang gaan, althans dat hoopt ze, want gisteren heeft Eduard haar gevraagd om voor één extra gast eten te maken. Gabriëlle heeft niet durven informeren naar de identiteit van de genodigde, maar ze heeft een bang voorgevoel en haar intuïtie laat haar niet vaak in de steek. De laatste tijd is Eduard ’s avonds opvallend weinig thuis geweest. Ze heeft hem dikwijls in zijn bureau betrapt op het intensief bestuderen van de contactadvertenties in de krant, en sinds enkele weken is zijn humeur voor het eerst sinds de dood van Louisa weer opgeklaard.

Het hele gezin heeft zich in de woonkamer verzameld voor het aperitief wanneer Eduard aankondigt dat hij even weg moet om een boodschap te doen. Amper een kwartier later staat hij in de deuropening met een onbekende vrouw. Ze moet een jaar of vijfendertig zijn en kijkt nerveus de kamer rond. Ze draagt een feestelijke rode jurk en bijpassende hakschoenen. Eduard neemt haar hand vast en zegt: ‘Dit is Carla. Wij gaan binnenkort trouwen en zij komt bij ons wonen.’ Vervolgens wordt Carla de kamer rondgeleid en met een korte opsomming van de namen aan iedereen voorgesteld. ‘En dan kunnen we nu aan tafel gaan.’

De maaltijd verloopt in stilte. De poging van Henri, de man van oudste dochter Alice, om uit beleefdheid een gesprek aan te knopen met Carla wordt door de giftige blikken van de anderen onmiddellijk de kop ingedrukt. Er zit een indringer aan tafel op de plaats waar amper een jaar geleden hun moeder heeft gezeten. Het is duidelijk dat niemand zijn best zal doen om de gast het gevoel te geven dat ze welkom is.
‘Smaakt de soep?’ vraagt Gabriëlle in een poging om de stilte te doorbreken.
‘Ja, bomma, ze is heel lekker’, antwoordt Eduard.
‘Ik heb er speciaal vermicelli in gedaan omdat het feest is vandaag. Vera, vind je het niet lekker?’
Vera heeft haar bord niet aangeraakt en zit onbewogen voor zich uit te staren. Marie geeft haar zus een duwtje in de zij. ‘Vera, komaan, eet een beetje.’
‘Vera,’ de stem van Eduard klinkt dwingend, ‘ik zou graag hebben dat je je soep opeet. Bomma heeft er lang aan gewerkt.’
‘Ik heb geen honger.’
‘Dan eet je uit beleefdheid. Eet je soep op, Vera!’
‘Nee, ik eet niet.’
‘Vera!’
‘Ik zei net dat ik geen honger heb!’
‘Het interesseert mij niet of je honger hebt of niet. Je gaat je bord leegeten!’
‘Rustig, Eduard.’ Gabriëlle ziet dat haar schoonzoon op het punt staat zijn geduld te verliezen en probeert de gemoederen te bedaren. ‘Als ze geen honger heeft hoeft ze toch niet te eten.’
‘Dat moet ze wel!’ Eduard is ondertussen overeind geveerd uit zijn stoel. Zijn gezicht is rood aangelopen en hij leunt dreigend over de tafel. ‘Vera, laat mij niet tot daar komen! Als je nu niet direct een hap van die soep neemt zal het je beste dag niet zijn!’
‘Van mama moest ik nooit eten als ik geen honger had!’
Eduard schuift zijn stoel naar achteren, loopt kordaat naar de andere kant van de tafel en gaat naast Vera staan. ‘Vera, ik vraag het je nog één keer.’
‘Dat heeft geen zin, want ik ga toch niet eten.’
En voor iemand beseft wat er gebeurt neemt Eduard het volle bord soep en kiepert het over het hoofd van zijn dochter. Vera schreeuwt moord en brand terwijl de gloeiend hete soep langs haar haren naar beneden glijdt en de vermicelli als lange oorbellen achter haar oren blijft hangen. Daarna staat ze ijzig kalm op en wandelt de kamer uit. Gabriëlle snelt de keuken in om een emmer te halen en begint de grond schoon te maken. Marie knielt naast haar neer om de pasta uit het tapijt te plukken. De rest van de maaltijd wordt er geen woord meer gesproken.

Informatie

Titel

Moederziel

Taal

Nederlands

Bindwijze

Paperback

Druk

1

Verschijningsdatum

januari 2020

Aantal pagina's

304 pagina's

Auteur

Ans Vroom

Uitgever

Pelckmans uitgevers

ISBN

9789463105057

Genre

Literatuur & Romans

Hoe doe ik mee aan de lezersactie?

Lezersactie: Deel dit artikel op sociale media en maak kans op een exemplaar van Moederziel.

  • Deel dit artikel via Facebook of Twitter door op de button ‘Doe mee’ te klikken, of maak zelf een bericht. 
  • Zorg dat het account van Bazarow getagd wordt zodat wij weten dat je kans wil maken.
  • Onder de delers en taggers verloten wij de boeken. 
  • Heb je geen social media? In dat geval kun je het artikel delen via email met minimaal vijf mensen én sanne@deleesclubvanalles.nl zodat wij zien dat je wil winnen. 

Zorg dat @Bazarow getagd is zodat wij weten dat je kans wil maken. 

Zorg dat @Bazarow_com getagd is zodat wij weten dat je kans wil maken. 

3x Kolberg

Kevin Prenger

3x Liefde

Shaun Usher

Interviews, voorpublicaties en feuilletons

Lees hier wekelijks interviews met schrijvers, voorpublicaties van nieuwe boeken én ons feuilleton.

Kevin Prenger

Voorpublicatie

Kolberg

Guusje Slagter

Feuilleton

Elize Week 10

Shaun Usher

Voorpublicatie

Liefde

Altijd ontvangen?

Meld je aan en ontvang dit gratis digitale magazine elke twee weken in je mailbox.

Colofon Bazarow Magazine

Hoofdredacteur / uitgever:
Roeland Dobbelaer
info@deleesclubvanalles.nl
Ontwerp / vormgeving:
Pascal van Soest
Productiecoördinatie: 
Yolinde Meijers 
Marketing / Sales:
info@bazarow.com

Redactie:
De redactie van Bazarow Magazine wordt gevormd door de redactie van
De Leesclub van Alles:

• Henk Vlaming (Thrillers)
henk@deleesclubvanalles.nl
• Richtje Scholtmeijer 
richtje@deleesclubvanalles.nl
• Jan Koster (Literatuur vertaald)
jan@deleesclubvanalles.nl
• Jeanette van de Lindt (Kookboeken)
www.kookboekennieuws.nl
• Marjon Nooij (Kunst & Cultuur en Nederlandstalige Literatuur)
marjon@deleesclubvanalles.nl
• Nico Voskamp

• Piet Halma (Filosofie & Religie)
piet@deleesclubvanalles.nl
• Daniël Klok
daniel@deleesclubvanalles.nl
• Rita Pontoring (Kinderboeken)
rita@deleesclubvanalles.nl
• Roeland Dobbelaer (Natuurwetenschappen & Techniek, Mens & Maatschappij, Geschiedenis)
roeland@deleesclubvanalles.nl
• Sanne Wortman (Young Adult, Science Fiction & Fantasy)
sanne@deleesclubvanalles.nl
• Willemijn Gigase (Science Fiction & Fantasy)
willemijn@deleesclubvanalles.nl

Website:
Bazarow.com

Adres:
Parallelweg West 15B
4104 AX Culemborg

Abonnementenservice: 
Een abonnement is gratis. Je kunt je hier aanmelden.