Column Roeland Dobbelaer Afstand (copy) (copy)

Roeland Dobbelaer

Column 

Afstand

“De zomer beschrijf je het best op een winterdag”

In de zaterdagbijlage van Het Financieel Dagblad van 3 juli jl. stond een artikel over romans en corona. De strekking van het artikel is dat de coronapandemie nog weinig echte coronaboeken had opgeleverd. Nathalie Doruijter, uitgever bij De Geus, zegt in het artikel: “Het is moeilijk een roman te schrijven over een grote gebeurtenis als je daar nog midden in zit.” Ze citeert Hendrik Ibsen: “De zomer beschrijf je het best op een winterdag.”

Dit is een interessant thema. Kan een schrijver een goed boek schrijven over een situatie waar hij of zij nog middenin zit? Kun je bijvoorbeeld een roman over rouw schrijven als je zelf nog midden in een rouwproces zit? Kun je een boek schrijven over een politiek fenomeen als je daar zelf onderdeel van bent? Het is duidelijk dat schrijvers als Nino Haratischwili met haar Het achtste leven (voor Brilka) of Guzel Jachina en haar Zulajka opent haar ogen, die beide geschiedenissen uit hun vaderlanden in Oost-Europa beschreven, genoeg afstand hadden van de materie om er prachtige gedragen romans over te kunnen schrijven. Zij maakten niet direct, maar indirect via hun families en volk onderdeel uit van de tragische geschiedenissen uit deze romans. Er was genoeg afstand. Céline schreef zijn autobiografische Reis naar het einde van de nacht niet tijdens, niet kort na, maar jaren na het einde van Wereldoorlog I. Pas toen hij zijn ervaringen had verwerkt of liever: door zijn ervaringen om te werken tot het boek, kwam er misschien verwerking. Burroughs schreef zijn wild en schokkend relaas over de wereld van verslaafden en seksueel perverse types pas toen hij was vertrokken uit Tanger, de stad in Marokko waar hij enige tijd leefde en die het decor vormt van Naked lunch. Ook het wegtrekken uit een stad of regio schept letterlijk afstand. Een voorbeeld dichter bij huis: de Vlaamse schrijver Dimitri Verhulst moest de 34 aantikken voordat zijn roman over zijn bizarre jeugd De helaasheid der dingen verscheen.

Een auteur die zeker niet naar Ibsen heeft geluisterd is Willem Frederik

Erné. In zijn derde ‘roman’ De oogst van de angst heeft de coronacrisis de hoofdrol. Erné publiceerde de roman in maart jl. en schreef het in de maanden daarvoor. Ik las het boek deze zomer. Ibsen heeft gelijk: Erné heeft geen enkele afstand genomen van zijn onderwerp. Veel waar Erné mee komt aanzetten is al volkomen achterhaald. De vrijheidsbeperkingen bijvoorbeeld, die de regering instelde in de afgelopen twee jaar om de verspreiding van corona tegen te gaan, zouden volgens de romanfiguren in het boek nooit meer weggaan, maar zijn inmiddels op enkele dingen na allemaal weer opgeheven. Willem Engel en Thierry Baudet zullen Oogst van de angst ongetwijfeld een briljante roman vinden en gezien het aantal coronatwijfelaars zal het boek mogelijk ook best nog aardig verkopen, maar zeker door alles wat al niet meer klopt, is de roman volkomen mislukt.

Niet alleen daardoor. Erné is zo in beslag genomen door de corona – volgens hem is het één groot complot – dat hij vergeet een verhaal te vertellen. Pagina na pagina praat Erné zonder enige vorm van humor of kritiek alle ideeën na die we van de voormannen/vrouwen van het anti-coronalegioen al anderhalf jaar horen: het is geen virus, het is maar een griepje; het is verzonnen om big pharma te spekken en de regering wil ons knechten. Ook 9-11 komt langs (was een CIA job), het bestaan van een groot internationaal pedonetwerk om kinderen te vermoorden en hun bloed te drinken ontbreekt niet en nog meer onzin. Hieromheen zit dan een ultradun verhaaltje over twee broers, tweelingen, die elkaar door de coronacrisis weer meer opzoeken en elkaar versterken in hun complotdenken.

 Als je al die wappie-onzin wilt geloven, had er dan een geniale Dan Brown-achtige thriller van gemaakt, met een spannende plot, met een heuse dader. Had de ware aard van de farma-industrie onthuld door enkele booswichten neer te zetten die in het geniep stinkend rijk aan het worden zijn; had een aantal adviseurs van Mark Rutte en Hugo de Jonge bedacht die in achterkamertjes de meest snode plannen maken. Had een held gecreëerd die het allemaal doorhad en er een stokje voor steekt. En had in ieder geval nog een jaar gewacht met het schrijven van dit boek. Wacht op de winter, zou Ibsen zeggen.

Corona heeft nog weinig romans opgeleverd, stelde het Financieel Dagblad vast. Dat geldt niet voor een andere grote crisis van dit moment: de opwarming van de aarde. Dit speelt natuurlijk al veel langer dan corona en dus verschijnt de een na de andere klimaatdystopie. Ik leerde afgelopen week van Thomas Heij dat een dystopie misschien wel geen roman is omdat een dystopie een mogelijke wereld in de toekomst schept en daarvoor willen waarschuwen. Dat is te veel boodschap voor een goede roman. Én, dit type boek gaat niet over de situatie nu, het zijn geen romans over hoe we nu met klimaatzorgen om moeten gaan en wat dat nu voor ons betekent: durven we nu nog kinderen te nemen, moeten we onze levensstijl radicaal veranderen? Daar zou ik best meer over willen lezen. Maar misschien ontbreekt daarvoor nog genoeg afstand.

Afstand nemen of toch schrijven tijdens een crisis? Van geslaagde boeken van het laatste type kon ik eigenlijk maar weinig voorbeelden bedenken. Ik kom op dit moment niet verder dan Lale Güls Ik ga leven, haar verhaal over haar verstikkende jeugd in een orthodox islamitisch gezin. Gül schreef en publiceerde het boek toen ze nog thuis woonde, nog midden in het onderwerp van het boek. Pas na de publicatie en de storm die ontstond, verhuisde ze uit het ouderlijke huis. Het boek is juist geslaagd door alle heftigheid van het moment, door juist geen afstand te nemen, niet te verzoenen, niet de tijd de wonden laten helen. Het is ruw en rauw en bovenal uit het hart. Geen afstand, toch boeiende literatuur.

Nieuwsberichten

Lees hier het laatste nieuws vanuit Bazarow.

Roeland Dobbelaer

Roeland Dobbelaer (1962) studeerde filosofie in Utrecht en Parijs. Hij is de bedenker, oprichter en was de eerste hoofdredacteur van Filosofie Magazine en was hoofdredacteur van Natuur&Techniek. Ook stond hij aan de wieg van vele andere tijdschriften en de uitgeverijen Beta Publishers en Veen Media. Tegenwoordig is hij mediaondernemer en bestiert hij Bazarow en De Leesclub van Alles. Een van zijn leesprojecten is het biografisch lezen: de favoriete boeken lezen van geliefden en vrienden zodat het leven een grote boekenclub is.

Deze week in Bazarow Magazine

Lees hier wekelijks interviews met schrijvers, voorpublicaties van nieuwe boeken, columns, de agenda en het laatste boekennieuws.

Recensies Kinderboekenweek

Nico Voskamp

Voorpublicatie - De kinderen van Chronos

Erno Eskens

Column: Een huis dat een verhaal vertelt

Liliane Waanders

Interview - Melanie Joy

Marnix Verplancke

Van het voetstuk - deel 5

Karl van Heijster

Interview - Alessandro Barbero

Marnix Verplancke

Column 

Afstand

Roeland Dobbelaer

Voorpublicatie - Witte Oren

Louis van Dievel

Nieuws

Lees hier het laatste nieuws van Bazarow

Agenda

Altijd ontvangen?

Meld je aan en ontvang dit gratis digitale magazine elke twee weken in je mailbox.