René ten Bos
Voorpublicatie
De coronastorm
Bezoek ook eens onze website(s) en Social Media.
René ten Bos
Voorpublicatie
De coronastorm
WIN dit boek!
Over de auteur
René ten Bos is hoogleraar filosofe aan de Faculteit der Managementwetenschappen van de Radboud Universiteit en dean van de Radboud Honours Academy. Tevens is hij columnist voor onder meer Het Financieele Dagblad en Filosofie Magazine. Hij is daarnaast auteur van onder meer Dwalen in het antropoceen (2017) en Extinctie (2019).
Samenvatting
De storm die door het coronavirus in lichamen wordt veroorzaakt, lijkt op de storm die de epidemie in de samenleving veroorzaakt. Voormalig denker des vaderlands René ten Bos (60) stelt zich in dit boek op als een stormjager die verklaringen probeert te geven voor wat er in het lichaam van COVID-patiënten en in de samenleving als geheel gebeurt.
De stormen worden tot bedaren gebracht door de vele aspecten van de crisis onder te brengen in de alfabetische structuur van een filosofisch woordenboek. Dat biedt rust en een verraderlijk soort houvast.
Dit boek gaat onder meer over angst, preventie, noodtoestanden, mondkapjes en wattenstaafjes. De angst voor een fascisme zonder fascisten druipt van iedere pagina. Tegenover die angst staat echter ook humor. Galgenhumor misschien, maar wie in virale tijden niet durft te lachen, mist kansen op hoop, op intimiteit en troost.
Ten Bos schreef een boek voor iedereen die moe wordt van mensen, zoals premier Rutte, die in talkshows of op persconferenties zeggen dat we moeten stoppen met filosoferen. Juist nu dient de filosoof zich aan als de onmisbare parasiet die viraal wil denken.
Coronastorm verschijnt op 26 juni. Bazarow Magazine publiceert hieronder de Inleiding van dit bijzonder relevante boek.
Inleiding
De laatste keer dat ik in historische tijden leefde, was in 1989. De Muur viel en het communistische systeem kwam ten einde. Daarmee kwam er een slot aan iets wat voor velen sociaal, economisch en ecologisch ronduit een catastrofe was. Ik weet nog goed dat niemand precies wist wat er stond te gebeuren. Ik weet ook dat de denkers en wetenschappers die ondanks hun onwetendheid direct met verklaringen kwamen, er doorgaans naast zaten, en niet zo’n klein beetje ook. Er waren zelfs lieden die het einde van de geschiedenis bevroedden. De grote antagonist van het kapitalisme, namelijk precies dat gewraakte communisme, was van het politieke schouwtoneel verdwenen en vanaf nu zou, voorbij iedere historische dialectiek, het liberaal-kapitalisme aan een weergaloze zegetocht beginnen.
De geschiedenis komt altijd met schijnbewegingen. In 2001, tien jaar nadat ze was doodverklaard, leek ze even terug te komen toen op 11 september de Verenigde Staten werden getroffen door een aantal aanslagen van Al Qaida. Zeker, deze aanslagen deden het liberaal-kapitalisme op zijn grondvesten schudden, maar het veerde al snel weer op. De vijand bleek te ongeloofwaardig, niet alleen in het gehate Westen, maar ook elders. Natuurlijk, het vigerende systeem trilde af en toe. Wetenschappers waarschuwden al sinds decennia dat het ecologisch net zo onhoudbaar was als het communisme. Er was een legendarische bankencrisis in 2008. Er was een vluchtelingencrisis in 2015. Er waren ook epidemieën, maar deze bleven meestal ver weg en relatief beperkt in omvang. Wetenschappers waarschuwden wel voor grotere uitbraken, maar werden meestal niet gehoord. Natuurlijk, de geschiedenis drong zich af en toe op, was hier en daar irritant, maar het liberaal-kapitalisme werd nooit echt bedreigd. De geschiedenis kwam nooit echt op gang, ook al hoorde een crisisje op z’n tijd erbij. Dat laatste was een les van Karl Marx (1818-1883) die de aanhangers van het kapitalistische systeem zich goed in de oren hadden geknoopt. Volgens Marx ligt crisis ingebed in het kapitalisme. In 2008 schreef de Financial Times dat Marx relevanter dan ooit was.
Toen kwam Wuhan. Daarna het coronavirus. En uiteindelijk covid-19. Niet meteen was duidelijk dat de ziekte zo’n impact zou hebben. Een enkele deskundige, zoals de Duitse viroloog Christian Drosten (geb. 1972) of de Amerikaanse wetenschapsjournalist David Quammen (geb. 1948), schrok meteen wakker. Maar de meeste deskundigen, ook uit medische of epidemiologische hoek, werden veel te laat wakker en zeiden bijvoorbeeld dat het om een klassiek influenzavirus ging. Politici, wier prominentste taak in het liberaal-kapitalisme erin bestond om te slapen, echoden dat luidkeels (zie: PREVENTIE). Er was niets aan de hand. Gewoon een griepje. China, voor velen nu het lichtende voorbeeld van hoe je de coronacrisis moet aanpakken, diende de wereld aanvankelijk niets anders toe dan een tranquillizer. Het werkte wonderwel. Een van de grote instanties die ook lekker leek weg te doezelen, was de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), die volgens veel critici het probleem lange tijd bagatelliseerde.
De geschiedenis is inmiddels helemaal terug. Ze werd ontketend door een microscopisch kleine entiteit waarvan we niet eens weten of ze leeft of niet. En dit kleine ‘dingetje’, niet een vliegtuig of een bankencrisis, zou zomaar een einde kunnen maken aan het liberaal-kapitalistische systeem dat, hoe je het ook wendt of keert, een immuniteitscrisis zonder weerga meemaakt. Maar net als in 1989 weet niemand precies wat er gaat gebeuren. Leven in historische tijden betekent uiteindelijk niets anders dan precies deze onwetendheid. Wie synchroon met historische gebeurtenissen leeft, kan deze per definitie niet overzien. Filosofen hebben hiervoor de term ‘historiciteit’ bedacht: iedereen wordt geraakt door actuele gebeurtenissen en is in die zin in de geschiedenis (en bijvoorbeeld niet in een mythe, een romanverhaal of een krankzinnige conspiratie) opgenomen. Omdat we er middenin zitten, kunnen we niet anders dan getuigenis afleggen van iets wat in essentie onbegrijpelijk is, maar wat zich wel voltrekt. We zijn allemaal coronagetuigen. Dat betekent dat we moeten verhalen over iets waar we op geen enkele manier zeker van kunnen zijn. Minder twijfel krijg je alleen als je je diachroon kunt verhouden tot die gebeurtenissen. De uil van Minerva gaat, zoals bekend, pas vliegen als de duisternis ingetreden is. De luxe van het wachten hebben we nu niet. We weten niet eens zeker of dat vermaledijde liberaal-kapitalisme echt wel aan zijn einde is. Er kleeft nog steeds een zorgwekkende zweem van onkwetsbaarheid aan dit systeem. De Amerikaanse filosoof Fredric Jameson (geb. 1934) merkte ooit op dat je je de extinctie van de menselijke soort beter kunt voorstellen dan de extinctie van het liberaalkapitalisme.
Filosofen behoren natuurlijk ook tot de langslapers. Je hoorde ze niet over het coronavirus totdat de lijken in Bergamo en Madrid anoniem opgestapeld lagen op plekken die je meestal niet reserveert voor lijken. Maar toen ze eenmaal uit hun veelal dogmatische sluimeringen ontwaakten, waren ze ook meteen klaarwakker en buitelden ze als jonge honden over elkaar heen. Een ware ideeënorgie barstte los. Een klein en zeer onvolledig overzicht van wat zo vanaf midden februari 2020 ontsproten is aan filosofische breinen is misschien van belang:
1. Natuurlijk waren er dezulken– denk hier in Nederland aan voormalig Denker des Vaderlands Marli Huijer (geb. 1955) – die in de pandemie een lesje stervenskunst zagen: de filosofie is immers altijd al de kunst van het sterven geweest. Met name de vergrijzing dwingt ons om anders om te gaan met de dood die er nu eenmaal bij hoort, iets wat sommige bevoorrechte mensen in hun heerlijke neoliberale bubbel leken te zijn vergeten. Toen kwamen er harde Italiaanse lessen: hoe ouder de bevolking, hoe meer doden. Het virus doorkruist in bepaalde opzichten de vergrijzing.
2. Er waren natuurlijk ook filosofen die het transformatiepotentieel van het virus doorgrondden. Frédéric Neyrat (geb. 1968) noemde corona de kroon op de globalisering, die dus maar meteen werd doodverklaard. Oude kanonnen als Slavoj Žižek (geb. 1949) hoopten, geheel volgens wat je van hen kunt verwachten, dat de overgang naar een nieuw soort communisme onder aanvoering van de WHO mogelijk zou worden. Timothy Morton (geb. 1968), volgens sommigen de peetvader van het antropoceen, schreef dat hij op een maffe manier heel blij (weirdly glad) was met het virus, omdat het schonere luchten en een algehele revival van de natuur bewerkstelligde. Natuurlijk kreeg Morton hierop ziedende reacties.
3. Peter Sloterdijk (geb. 1947), altijd in de weer om voor de Duitsers iets leuks te bedenken waar ze zich vervolgens boos over kunnen maken, sprak van een omgekeerde vampiersamenleving, waarbij je het bloed niet zuigt uit het slachtoffer, maar juist probeert omgekeerd iets mee te geven aan dat slachtoffer: een snotje, een druppeltje, iets bloederigs hoeft het niet te zijn. Natuurlijk zag hij ook overal bewijzen voor het feit dat zijn immuniteitstheorie juist was en voorspelde hij, bijna en passant en als een volleerd leerling van Plato, de overgang van de democratische samenleving naar een bewakings- en politiestaat. Een leerling van Sloterdijk, de Duits-Koreaanse filosoof Byung-Chul Han (geb. 1959), sloot bij dit laatste aan en voegde er een interessant cultureel sausje aan toe: de Oost-Aziaten maken met al hun vertrouwen in technologie al beetje bij beetje duidelijk hoe zo’n surveillancestaat eruit moet zien, iets waartegen ze om allerlei cultuurgevoelige redenen veel minder bezwaren zouden hebben dan Europeanen of Amerikanen.
4. In Italië roerde zich vooral Giorgio Agamben(geb. 1942), ook alweer bijna 80 en duidelijk behorend tot wat men de ‘risicogroep’ is gaan noemen. Hij zag de democratie ontaarden in een permanente noodtoestand, gaf de paus een lesje verantwoordelijkheid en weigerde (zie: LEPRA), volgens de critici althans, de ramp als een echte ramp te benoemen. Of liever, de ramp is in werkelijkheid onze reactie op de ramp.
5. Natuurlijk werden de filosofen die ik tot nu toenoemde ook flink weersproken. Alain Finkiel – kraut (geb. 1949), hielenlikker van president Macron, sprak zijn verbijstering uit over de ongevoeligheid en meedogenloosheid van de eerdergenoemde collega’s ten opzichte van de echte slachtoffers, die in de ic’s dramatische gevechten op leven en dood leverden. Ze zouden een politiek slaatje willen slaan uit de crisis. Het zou vanzelfsprekend beter zijn als we toch de politiek van de president van de republiek zouden blijven vertrouwen. Natuurlijk kreeg Finkiel – kraut bijval van zijn talloze politieke vrienden, die de crisis manmoedig wilden aangrijpen om weer terug naar de normale situatie te gaan.
6. Er waren ook filosofen die, net alsFinkielkraut,het liefst op de oude voet door wilden en ons opriepen om, nu meer dan ooit, niet zozeer vertrouwen te hebben in de politiek als wel in de wetenschap. Namen hier zijn bijvoorbeeld Steven Pinker (geb. 1954) of Maarten Boudry (geb. 1984). Zij zien de crisis inderdaad als een hobbeltje op weg naar een betere en meer rationele samenleving. In Duitsland riep Heinz-Ulrich Nennen (geb. 1955), toch ook een vazal van Sloterdijk, op tot meer systeemvertrouwen. Tegelijkertijd hoopte hij dat beslissingen die over ons aller wel en wee worden genomen, transparanter worden.
7. Er waren ook originelere invalshoeken. De bekende Franse volksfilosoof Michel Onfray (geb. 1959) wees erop hoezeer het virus onze logica ondermijnt. Het virus, riep zijn president, kent geen grenzen en dus herstelt men grenzen. Jarenlang kregen we te horen dat er geen geld was, en nu stort men ineens met bakken tegelijk geld uit over alles wat te lijden heeft onder de crisis (althans dat is wat men ons wil doen geloven). Voor Onfray is COVID-19 niets meer en niets minder dan een paradoxale aanval op het volk. Het kapitalisme is er niet voor het volk, maar voor the priviliged few.
8. De meeste filosofen die ik tot nu toe de revue liet passeren, zijn mannen. Hoe kijkt het feminisme tegen de crisis aan? Voor sommigen, zoals Helen Lewis (geb. 1983), is het coronavirus een regelrechte catastrofe voor vrouwen die nu thuis met die ellendige mannen zitten opgescheept. Voor anderen, zoals Judith Butler (geb. 1956), legt het coronavirus nog maar eens bloot hoe precair de situatie is van vrouwen en mannen onder de condities van het kapitaal. Maar weer anderen voorspellen het einde van het fallocentrische systeem en hopen dat een betere, vrouwvriendelijker wereld in het verschiet ligt. Discussies over de superieure wijze waarop vrouwelijke leiders zoals Angela Merkel met het virus omgaan, zijn niet van de lucht.
9. Andere filosofen willen geen filosoof meer zijn.Henk Oosterling (geb. 1952) roept op tot verzet, iets wat een dure ecomorele plicht is en iets wat een kwestie van gezondheid is. Verzet is bij hem vooral tegen je eigen denken in willen denken, en dat impliceert dat een filosoof moet ophouden filosoof te zijn. Anderen wijzen op de esthetiek van het virus, en ook zijn er filosofen die als wetenschapsfilosoof de epidemiologie onder de loep nemen. Het gaat om een wetenschap die, zachtjes gezegd, nogal merkwaardig in elkaar zit en die wat afwijkt van andere wetenschappen (zie: EPIDEMIOLOGEN). Tot slot heb je ook de conservatieve denkers die het virus aangrijpen om verlangens te articuleren over een terugkeer naar een wereld van vóór de globalisering. Voor hen is het in ere herstellen van de grenzen een verademing.
10. Tot slot heb je filosofen als Joseph Vogl (geb. 1957) die het filosofische discours dat gevoerd wordt hevig bekritiseerden omdat iedere door mij genoemde denker er kennelijk niet in slaagt de huidige crisis anders dan door de bril van het eigen gelijk te bekijken. Vogl, een literatuurwetenschapper en filosoof uit Berlijn die in het prille verleden een aantal goede teksten publiceerde over de religieuze wortels van ons financieel- economische denken, maakt duidelijk dat we de huidige crisis niet kunnen begrijpen. Corona en COVID-19 zijn voor veel andere filosofen niets anders dan een bevestiging van wat zij altijd al gedacht hebben, iets waardoor de fundamentele noviteit van de crisis over het hoofd wordt gezien. De vraag voor Vogl is hoe je vanuit een fundamentele scepsis over het eigen gelijk over de crisis kunt denken.
Ik sympathiseer het meest met dit laatste geluid, ook al wil dit niet zeggen dat ik geen voorkeuren heb ten opzichte van de andere geluiden die uit het voorgaande beknopte overzicht opklinken. Tevens wil ik geenszins insinueren dat ik alle reacties heb weergegeven. Ik negeer hier de moreel-ethische kant die bijvoorbeeld bij de triage in ziekenhuizen komt kijken. Ik zeg niets over al die denkers die het eigenlijk wel fijn vinden om weer lekker thuis te zitten en Blaise Pascals (1623-1662) bon mot in herinnering roepen: ‘Alle problemen van de mens vloeien voort uit het feit dat hij niet rustig in zijn kamer kan blijven zitten.’ Hoe dan ook, de filosofische reactie is een lappendeken. De discussies zijn ongekend fel en hebben vaak een bittere ondertoon.
Dat genereert een lawaaierigheid die bijna lijkt te duiden op een enorm groot verlangen om gehoord te worden in een wereld die wel wat anders te doen heeft dan luisteren naar filosofen. Was het niet onze minister-president Mark Rutte zelf die tijdens een persconferentie op 22 april zei dat we moesten stoppen met filosoferen? Toen hij dat zei, dacht ik meteen dat we dat beter níét konden doen. Dit boek is een directe reactie op Ruttes stupide opmerking.
We leven in historische tijden. Pas over een tijd gaan we echt zien wat de gevolgen zijn. Nu is het nog te vroeg. De crisis is als een vloeibare legpuzzel waarvan de stukjes geen duidelijke contouren en beeltenissen hebben. Toch moeten we iets bij en in elkaar zien te leggen, en een woordenboek is mogelijk een begin.
Informatie
Titel
De coronastorm
Taal
Nederlands
Bindwijze
Paperback
Druk
1
Verschijningsdatum
april 2020
Aantal pagina's
152
Auteur
René ten Bos
Uitgever
Boom
ISBN
9789024435173
Genre
Filosofie & Religie
WIN dit boek!
Deel dit artikel op sociale media en maak kans op een exemplaar van De coronastorm.
Deze week in Bazarow Magazine
Lees hier wekelijks interviews met schrijvers, voorpublicaties van nieuwe boeken, ons feuilleton, een column, de agenda en het laatste boekennieuws.
Altijd ontvangen?
Meld je aan en ontvang dit gratis digitale magazine elke twee weken in je mailbox.
Colofon Bazarow Magazine
Hoofdredacteur / uitgever:
Roeland Dobbelaer
info@deleesclubvanalles.nl
Ontwerp / vormgeving:
Pascal van Soest
Productiecoördinatie:
Yolinde Meijers
Marketing / Sales:
info@bazarow.com
Redactie:
De redactie van Bazarow Magazine wordt gevormd door de redactie van
De Leesclub van Alles:
• Henk Vlaming (Thrillers)
henk@deleesclubvanalles.nl
• Richtje Scholtmeijer
richtje@deleesclubvanalles.nl
• Jan Koster (Literatuur vertaald)
jan@deleesclubvanalles.nl
• Jeanette van de Lindt (Kookboeken)
www.kookboekennieuws.nl
• Marjon Nooij (Kunst & Cultuur en Nederlandstalige Literatuur)
marjon@deleesclubvanalles.nl
• Nico Voskamp
• Piet Halma (Filosofie & Religie)
piet@deleesclubvanalles.nl
• Daniël Klok
daniel@deleesclubvanalles.nl
• Rita Pontoring (Kinderboeken)
rita@deleesclubvanalles.nl
• Roeland Dobbelaer (Natuurwetenschappen & Techniek, Mens & Maatschappij, Geschiedenis)
roeland@deleesclubvanalles.nl
• Sanne Wortman (Young Adult, Science Fiction & Fantasy)
sanne@deleesclubvanalles.nl
• Willemijn Gigase (Science Fiction & Fantasy)
willemijn@deleesclubvanalles.nl
Website:
Bazarow.com
Adres:
Parallelweg West 15B
4104 AX Culemborg
Abonnementenservice:
Een abonnement is gratis. Je kunt je hier aanmelden.