Interview – Johann Hari (copy)

Marnix Verplancke

"Zelf zie ik mijn boeken ook eerder als romans waarin toevallig een misdaad voorkomt”

Interview - Johann Hari

Over de auteur

Studeert in 2001 af in de sociale en politieke wetenschappen aan King’s College, Cambridge en gaat meteen de journalistiek in, voor The New Statesman en The Independent.

Hij wordt een gevierd journalist, maar moet al gauw bekennen dat hij het in interviews niet altijd even nauw neemt met de waarheid. Hij verzint antwoorden en plagieert. Onder een valse naam beledigt hij op internet zijn collega’s en past hij hun wikipedia-pagina’s in negatieve zin aan. In 2012 wordt hij verplicht de Orwell Prize terug te geven die hij vier jaar eerder heeft gekregen.

Vanaf dat jaar legt hij zich toe op het schrijven van boeken. Zijn eerste, Chasing the Scream, The First and Last Days of the War on Drugs (2015) wordt een groot succes. Momenteel wordt er een achtdelige tv-reeks van gemaakt.

Dat succes deed hij met Lost Connections: Uncovering the Real Causes of Depression – and the Unexpected Solutions (2018) nog eens over.

Over het boek​

Ons concentratievermogen neemt af. In de VS kunnen tieners zich nog maar negentien seconden lang op een taak focussen, kantoormedewerkers drie minuten. Bestsellerauteur Johann Hari sprak vooraanstaande wetenschappers en experts en ontdekte dat alles wat we over dit onderwerp dachten te weten niet klopt. Hij vertelt hoe we – als individuen én als maatschappij – onze focus terug kunnen krijgen, mits we ervoor willen vechten. Alleen door de aandachtscrisis op te lossen, stelt Hari, kunnen we de focus vinden om een betere samenleving op te bouwen.

Interview

Het is al lang geen vijf voor twaalf meer, krijg je de indruk wanneer je met Johann Hari praat. Alle lichten staan op rood en alle bellen rinkelen luid, maar niemand die het ziet of hoort. “Kijk,” zegt hij, “toen ik klein was had je ook kinderen met aandachtsproblemen. Alleen wijzen de cijfers erop dat er vandaag honderd keer zoveel zijn. Dat de gemiddelde Amerikaanse kantoormedewerker er nog in slaagt zich welgeteld drie minuten lang op een taak te concentreren zegt ook genoeg. We zitten met een kolossaal concentratieprobleem dat de voorbije decennia alleen maar in een angstvallig tempo is toegenomen, en daar moeten we dringend iets aan doen. Want hier staat meer op het spel dan ons individueel welbevinden, er zit ook een politiek kantje aan. Wanneer we niet langer in staat zijn om te focussen, zijn we ook niet meer bij machte om naar anderen te luisteren en naar compromissen te zoeken. Het zal wel geen toeval zijn dat de wereldwijde crisis van de democratie samenvalt met de wereldwijde aandachtscrisis. Hoe gaan we ooit in staat zijn om de klimaatverandering aan te pakken als we ons niet eens kunnen concentreren op het probleem?”

Het is een retorische vraag die aan het denken zet, en dat deed ze ook met Hari zelf. Hij merkte dat hij er steeds minder goed in slaagde zich op zijn werk te concentreren. Zelfs een film bekijken werd lastig. En iedereen in zijn omgeving had er moeite mee. Hij maakte zich vooral zorgen om de jongeren, die op het ritme van Snapchat leken te leven. En dus deed hij twee zaken. Enerzijds trok hij zich drie maanden terug in Provincetown, een stadje op Cape Cod, waar hij zonder internet of smartphone wou nagaan welke invloed zo’n technologische detox op zijn concentratievermogen zou hebben. Die bleek aanzienlijk. Maar er moest meer zijn dan dat, kwam hij tot de conclusie, en daarom ging hij nadien met meer dan tweehonderd experts van over de hele wereld praten, van Miami over Moskou tot Melbourne, neurologen, psychologen, filosofen en noem maar op. Wat hij te horen kreeg staat te lezen in zijn boek De aandacht verloren: dat er wetenschappelijk bewijs is voor twaalf factoren die onze aandacht beïnvloeden, gaande van milieuvervuiling en slechte voeding over stress en steeds meer ADHD tot een wereld waarin alles sneller moet gaan en slaap wordt gezien als tijdverlies. “We slapen nu gemiddeld 20% minder dan een eeuw geleden,” legt Hari uit. “Kinderen slapen 85 minuten minder. En dat terwijl genoeg slaap essentieel is om je te kunnen concentreren. Als je 19 uur wakker blijft neemt je aandacht een duik die te vergelijken is met wettelijke dronkenschap. Uit hersenscans blijkt dat je dan misschien nog wel het idee hebt dat je klaarwakker bent en dat je waarneemt en praat zoals anders, maar dat hele delen van je hersenen gewoon afgehaakt hebben. Onze hersenen hebben absoluut nood aan slaap, dan gaan ze immers in onderhoud. Gedurende de dag stapelen ze metabolisch afval op. Wanneer je slaapt wordt dat afval door een waterige vloeistof weggespoeld naar je lever en zo verder je lichaam uitgewerkt. Als je niet slaapt, ontbreekt dus die hersteltijd.”

En waarom slapen we dan zoveel minder?

“Een van de voornaamste redenen is stress. Een andere is dat we nooit meer offline gaan en ook voor ons werk bereikbaar moeten zijn. Vroeger waren alleen dokters en apothekers van wacht. Nu zijn we het allemaal, en dat niet nu en dan een weekend, maar de hele tijd. Ook heel belangrijk is kunstlicht. Het wordt bij wijze van spreken nooit meer donker in ons leven. Uit onderzoek is gebleken dat wij net zo gevoelig zijn voor licht als algen. Wij zijn zo geëvolueerd dat we wanneer het donker wordt een energie-opstoot krijgen. En dat is ook best te begrijpen. Stel dat je door het donker overvallen wordt, dan moet je niet meteen een dipje krijgen. Nee, dan moet je energie hebben om snel terug te keren naar je stamgenoten in de grot – of om je tent op te zetten, in hedendaagse termen. Maar wat doen wij vandaag? We zitten tot net voor we de ogen sluiten op een scherm te turen en merken dan dat onze geest niet tot rust gekomen is en we niet kunnen slapen.”

Geheel vrij van controverse is De aandacht verloren niet. Hier en daar lijkt Hari zijn wensen voor waarheid te nemen, draagt hij onvoldoende bewijs aan voor zijn stellingen of slaat hij de bal ronduit mis, zoals wanneer hij zegt dat de klemtoon in het onderwijs de voorbije twee decennia steeds meer op kennis en steeds minder op ervaring is gaan liggen. Maar dat hij een punt heeft en dat onze aandacht steeds meer verbrokkeld raakt staat natuurlijk buiten kijf. De gemiddelde Amerikaan kijkt 344 keer per dag op zijn smartphone, toonde een recent onderzoek. Veel fantasie heb je niet nodig om te beseffen dat dit niet goed kan zijn voor de concentratie. “Natuurlijk niet,” beaamt Hari, “Wat ik vooral ontdekte is dat onze aandacht niet gewoon verdwenen is, hij is gestolen. De technologie op zich is niet het probleem, wel de manier waarop ze ingezet wordt. Toen ik aan het boek begon dacht ik dat mijn grote probleem een gebrek aan wilskracht was. Ik ging er vanuit dat iemand die smartphone met de beste bedoelingen ontwikkeld had en dat ik gewoon niet genoeg ruggengraat had om er verstandig mee om te gaan. De laatste dag in Provincetown wandelde ik naar de vuurtoren, keek ik uit over de zee en was ik vastbesloten dat ik nooit meer terug wou naar waar ik vandaan kwam. Het waren drie fantastische maanden geweest waarin ik ontdekt had dat concentratie zoveel meer voldoening geeft dan de aaneenschakelingen van kortstondige kicks die sociale media brengen. Een maand later moest ik echter tot mijn schande bekennen dat ik alweer net zo verslingerd was aan mijn smartphone als voorheen. Lag dat aan mijn gebrek aan wilskracht? Misschien, maar er was ook meer aan de hand. De grote techbedrijven, zoals Facebook en Google willen ons laten kiezen. Ofwel ben je voor, ofwel tegen de technologie, maar dat is een valse keuze. Natuurlijk willen we onze technologie niet opgeven. De echte vraag is dus welke technologie we willen en in wiens belang. Ik sprak met een van de stichters van Google. Hij vertelde hoe hij op een congres waar de nieuwste ideeën geïntroduceerd werden de vraag stelde of er iemand was die in de wereld wilde leven die ze daar aan het ontwerpen waren. Muisstil bleef het toen, wat voor hem het teken was dat hij de firma diende te verlaten.”

Wat is er dan zo verkeerd?

“Wanneer je Facebook, TikTok of een ander sociaal medium opent, begint de firma erachter op twee manieren geld te verdienen. De eerste ligt voor de hand, door advertenties te verkopen. Maar de tweede is belangrijker. Alles wat je post of liket wordt gescand. Zo wordt er door middel van AI een profiel van je opgemaakt, deels om dit aan adverteerders te verkopen, maar ook omdat ze willen ontdekken wat je interessant vindt en wat je aan het scrollen houdt. Want iedere minuut die jij op hun medium doorbrengt levert hen geld op. Alle algoritmes en AI dienen dus maar voor een ding: je zoveel mogelijk laten scrollen. Dat is hun businessmodel, net zoals de directie van KFC ook maar een ding wil, je zoveel mogelijk kip doen eten. Maar zo hoeft het niet te zijn natuurlijk. Je kan ook een ander model gebruiken. Je kunt ook sociale media ontwikkelen die er niet op gericht zijn je aandacht te verbrokkelen en die dus niet berusten op het scannen van de gebruikers en hen te verkopen aan de hoogst biedende. Dat is gewoon een inhumaan model en we zouden het moeten verbieden.”

Wat dan ongetwijfeld het einde van de sociale media zou betekenen?

“Natuurlijk niet, maar het zou wellicht wel het einde van de gratis sociale media zijn. Je leest deze krant toch ook niet gratis? Misschien moeten we er wel aan denken om er openbaar bezit van te maken, zoiets als de BBC bijvoorbeeld. Geen staatsmedia dus, bespaar ons daarvan. Het belangrijkste zou dan bijvoorbeeld niet zijn mensen zo lang mogelijk aan het scrollen te houden, maar wel hen bij elkaar brengen, ook fysiek. Technologisch is dat perfect doenbaar.”

Hoe krijg je die sociale media zo ver?

“Door er samen voor te vechten, want uit zichzelf zullen ze niet veranderen. Wanneer je last hebt van luchtvervuiling kun je een gasmasker opzetten. Persoonlijk heb ik daar geen probleem mee. Stuur me naar Bejing en ik steek er een in mijn koffer (lacht), maar dat is niet de oplossing voor luchtvervuiling. Als je die weg wil, moet je gewoon minder gaan vervuilen. En zo zit het ook met onze smartphones.”

En tot het zo ver is zegt u gewoon nee tegen de verleiding?

“Dat lukte indertijd niet met drugs en dat lukt vandaag evenmin met smartphones. Ik heb een kSafe, wat in feite een plastic box is waar ik mijn smartphone in steek, waarna ik er het deksel op zet, het ding op slot gaat en ik bepaal wanneer hij weer open mag, en dat kan tussen vijf minuten en een dag zijn. Eerder gaat het slot niet open. Ik gebruik de kSafe iedere dag vier uur terwijl ik schrijf. Op mijn laptop heb ik Freedom geïnstalleerd dat me de toegang tot bepaalde websites verhindert of zelfs het hele internet voor zolang ik vooraf ingesteld heb.”

De aandacht verloren

Johann Hari

€ 24,99

Leuk voor u, maar veel mensen moeten bereikbaar zijn voor het werk. Zij kunnen dat toch niet doen?

“Precies, en dat is waarom ik zeg dat er ook op maatschappelijk vlak iets moet veranderen en dat je er met persoonlijke initiatieven niet komt. In Frankrijk werd in 2018 een groot onderzoek gedaan waarom ‘le bonheur’ zo verschrikkelijk onder druk stond. Daaruit bleek dat 35% van de werknemers hun gsm nooit mocht uitschakelen van hun werkgever en dat dit een nefaste invloed had op de levenskwaliteit. Onder druk van de vakbonden introduceerde de Franse overheid toen het recht van de werknemer om de uren te bepalen waarop hij wel en niet bereikbaar moest zijn. Rentokil kreeg onlangs een boete van 75.000 euro omdat het een werknemer verplichtte een e-mail te beantwoorden een uur nadat hij gestopt was met werken. Er is hier dus sprake van een collectieve bevrijding. Wij zijn geen Middeleeuwse boeren die aan het hof van koning Zuckerberg moeten smeken om een paar kruimels aandacht van zijn rijk gevulde tafel. Wij zijn vrije burgers, de eigenaars van onze geest en die kunnen we weer opeisen als we dat willen.”

Voldoen sociale media gewoon niet aan een menselijke behoefte, net zoals vet of suiker?

“Best mogelijk, en op veel vlakken zijn sociale media ook niet slecht, net zomin als suiker en vet trouwens. Het gaat hem vooral over de hoeveelheden. In Nederland en België lijdt ongeveer 13% aan overgewicht. In Amerika is dat meer dan 50%. En toch kun je zowel hier als ginder ongeveer hetzelfde eten. Op een gelijkaardige manier moeten we beseffen dat veel van wat we doen met onze aandacht gepaard gaat met verborgen kosten. Een paar honderd keer per dag op sociale media zitten en denken dat dit geen invloed heeft op het uitvoeren van onze andere taken is gewoon fout. We zijn niet in staat om meer dan een of een paar zaken op hetzelfde moment te doen of denken. Onze hersenen zijn beperkt op dat vlak. En toch denken we dat we dat wel kunnen. Stel dat je op een uur tijd acht sms-en ontvangt, dan vermindert je aandacht voor de taak die je aan het uitvoeren bent met 30%. Wanneer je onderbroken wordt duurt het 23 minuten voor je de focus van voordien terughebt, maar de meesten onder ons halen die ononderbroken 23 minuten nooit. Hewlett Packard deed ooit een experimentje. Een deel van het personeel werd niet onderbroken tijdens het werk. Een andere groep moest tijdens hetzelfde werk telefoons opnemen en mails beantwoorden. Op het einde van de dag ondergingen de leden van beide groepen een IQ-test. Zij die ononderbroken hadden kunnen werken scoorden tien punten hoger. En dat is heel veel. Stel dat wij hier samen joints beginnen roken tot we zo stoned zijn als een garnaal, dan zou ons IQ slechts met vijf punten gedaald zijn.”

In een flow zitten is dus belangrijk?

“Iedereen die wel eens een boek leest weet wat een flow is, het is de staat waarin je verkeert als je echt diep in een bepaalde taak zit. Je verliest je tijdsgevoel, je vergeet je ego en wordt de taak waar je mee bezig bent. Flow is de diepste vorm van aandacht en ook de makkelijkste. Je taak wordt dan opeens licht, je moet je best niet meer doen om je gedachten erbij te houden, dat gaat gewoon vanzelf. Om in een flow te geraken moet je je één doel stellen, een doel dat betekenisvol voor je is ook, en dat net binnen je bereik ligt. Stel dat je een gemiddelde klimmer bent, dan moet je niet over je tuinmuur gaan klimmen, maar de Kilimanjaro zal wellicht ook geen goed idee zijn. Je wil gewoon een berg kiezen die net dat ietsje moeilijker is dan de vorige die je bedwong. Je ziet zo dat onze leefomgeving het in een flow raken tegenwerkt.”

Moeten we sociale media dan beperken tot onze vrije tijd?

“Toen ik naar Provincetown verhuisde dacht ik dat ik me weer ging leren focussen. Ik zou dikke boeken lezen, uren aan een stuk. En dat ging ook echt beter na verloop van tijd. Maar dat was niet mijn grootste inzicht, dat ging over het loslaten van mijn gedachten. Gewoon nergens aan denken deed ik al lang niet meer omdat het me niet lukte. Op een dag besliste ik om gewoon te gaan wandelen, zonder iets om me geestelijk te stimuleren, en ik merkte hoe mijn geest zijn eigen pad begon te verkennen. Ik werd er eerst zelfs een beetje ongemakkelijk van, maar geleidelijk aan begreep ik hoe belangrijk die momenten van leegte waren. Nadien ben ik erover beginnen lezen en ontdekte ik dat je geest de vrije loop laten essentieel is voor een mens. Het is dan dat je het verleden in een zinvolle context plaatst, anticipeert op wat komen gaat en verbanden legt waar je die anders niet eens zou vermoeden. ”

Wellicht had het wandelen op zich ook invloed op je concentratievermogen?

“Ongetwijfeld, maar zeker voor kinderen is beweging belangrijk. Er is een enorme toename te zien van concentratieproblemen bij kinderen. Dat dit net gebeurt op het moment dat wij onze kinderen vaak verbieden om buiten te spelen is volgens mij geen toeval. Hoe groeiden wij op? Wij gingen te voet of met de fiets naar school. We kwamen andere kinderen tegen, hadden ongewilde contacten en maakten avonturen mee. En ’s avonds deden we hetzelfde, maar dan in de omgekeerde richting, waarbij we soms een paar uur bleven spelen. In 2003 speelde nog amper tien procent van de Amerikaanse kinderen buiten zonder dat er volwassenen bij waren, en de gemiddelde tijdsduur van dat spel was 12 minuten. De enige plek waar onze kinderen vandaag nog rondzwerven is op Fortnight en World of Warcraft. En dat heeft gevolgen. Kinderen die vrij spelen leren hoe ze aandacht moeten besteden aan zaken, ze vinden het makkelijker om andere kinderen aandacht te laten opbrengen voor wat zij interessant vinden en leren hoe ze iets gedaan krijgen van een ander. Het ontroerendste gesprek dat ik voor dit boek had was met een veertienjarige jongen uit Long Island. Een beer van een gast was het, groter dan mij, en hij had van zijn ouders nooit mogen buitenspelen. Toen ik hem vroeg waarom zei hij dat ze bang waren voor de vele ontvoeringen waar ze over hoorden. Die jongen leefde in een buurt waar de Franse bakker rechtover de Italiaanse olijfoliewinkel zit, en hij groeide op met een angstniveau dat je in Syrië zou verwachten. Uiteindelijk deed hij mee aan een buurtproject gericht op het buiten leren spelen van kinderen. Eerst voetbalden ze wat op straat, maar later gingen ze een bos in. ‘Ik had daar niet eens gsm-ontvangst,’ vertelde hij me trots,’en toch ben ik in dat bos geweest. En we hebben een kamp gebouwd.’ Je zag die jongen gewoon opleven. Ik ben er van overtuigd geraakt dat dit in feite het belangrijkste is wanneer we iets willen doen aan onze verbrokkelde aandachtsspanne, beginnen bij onze kinderen.”

We moeten dus gewoon ons eigen lot weer in handen nemen?

“Precies, en het belangrijkste woord daarbij is ‘we’. Als individu kun je iets doen, maar pas wanneer we ons allemaal samen inzetten voor een wereld waarin aandacht en concentratie op waarde geschat worden zal die ook binnen ons bereik komen.”

En denkt u dat het gaat lukken?

“Wanneer ik pessimistisch word, denk ik terug aan mijn grootmoeders. In 1963 hadden ze de leeftijd die ik nu heb. De ene behoorde tot de Schotse arbeidersklasse en de andere leefde als boerin in een hut op een Zwitserse bergflank. Geen van beide mocht een bankrekening openen, ze konden geen klacht indienen tegen hun man wanneer die hen verkrachtte en mijn Zwitserse grootmoeder had niet eens stemrecht. Wanneer jij zegt dat ik voor een groot obstakel sta wanneer ik opkom voor een wereld waarin aandacht en concentratie in ere hersteld worden, antwoord ik dat de mannen die in de weg van mijn oma’s stonden nog een veel groter obstakel waren. Maar toch ging de generatie van mijn oma’s ervoor. Er is nog steeds een weg af te leggen, dat is zo, maar er is ook al veel veranderd. Mijn oma wou graag kunstonderwijs volgen en kreeg te horen dat ze haar verdomde kop moest houden. Toen mijn nicht hetzelfde zei begonnen haar ouders uit te kijken naar een goede school. Er is dus echt wel wat mogelijk als we het maar hard genoeg willen.”

Informatie

Titel

De aandacht verloren

Taal

Nederlands

Bindwijze

Paperback

Druk

1

Verschenen

februari 2022

Aantal pagina's

368

Auteur

 

Vertaald door

Johann Hari

 

Marga Blankestijn

Uitgever

Nijgh & Van Ditmar

ISBN

9789038809588

Genre

Literatuur & Romans

Deze week in Bazarow Magazine

Lees hier wekelijks interviews met schrijvers, voorpublicaties van nieuwe boeken, columns, de agenda en het laatste boekennieuws.

Voorpublicatie - Rubyfruit Jungle

Rita Mae Brown

Interview - Johann Hari

Marnix Verplancke

Interview - Onno van Gelder jr.

Hanneke van de Water

Column - Literatuur is niet neutraal

Liliane Waanders

Voorpublicatie - Twee kampen

 Tjeerd Schuhmacher

Column - Geweld

Roeland Dobbelaer

Special Oekraïne - Recensie Vorosjylovhrad

Serhi Zjadan

Special Oekraïne - Recensie Zulajka opent haar ogen

Guzel Jachina

Special Oekraïne - Recensie Rusland, Oekraïne en de Krim 

Anton Kruft

Special Oekraïne – Recensie Het Rusland van Poetin 

Angela Stent

Special Oekraïne – Recensie Donbas 

Ardy Beld

Special Oekraïne - Recensie We moeten het even over Poetin hebben

Mark Galeotti

Bereik maandelijks meer dan 450.000 boekenliefhebbers en -kopers!

Nieuws

Lees hier het laatste nieuws van Bazarow

Agenda

Altijd ontvangen?

Meld je aan en ontvang dit gratis digitale magazine elke twee weken in je mailbox.